Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de gesel haastelijk [41]doodt, [42]bespot Hij de [43]verzoeking der onschuldigen. 41. Te weten, de goeden tezamen met de kwaden. 42. Te weten, naar de uiterlijke gedaante dezes levens, en niet naar de verborgen waarheid der zaken; want naar de uitwendige gedaante schijnt hier geen onderscheid te wezen tussen goeden en kwaden, hetwelk vele vromen, hier altijd zeer bekommerd heeft; Ps.37:1,en Ps.73:2, enz.; Pred.8:14; Jer.12:1; Hab.1:13,14. Maar anders is het waarachtig wat wij lezen Ps.73:17,18; Jer.12:3; Mal.3:16,17; 1 Kor.11:32; Hebr.12:10,11. 43. Zie Gen.22:1.